Stories of the Passion 2

Al lang probeer ik met een serie schilderijen uit te drukken hoe het moet zijn geweest voor Jezus van Nazareth tijdens zijn laatste dagen en uren. Voorbeelden genoeg in de geschiedenis van kruiswegen en andere afbeeldingen maar die zijn allen het resultaat van de fantasie van de kunstenaar want nauwkeurige details van de gebeurtenissen ontbreken. Het blijft inspirerend om deze thematiek telkens vanuit een andere invalshoek te benaderen. Een aantal pogingen zijn hier afgebeeld:

2015 kruisweg negen scenes – Pigment, inkt op papier – 50×70 cm
Van arrestatie, marteling, kruisopname, ontkleding tot kruisiging en graflegging. Centraal staat de uitdrukking van het slachtoffer, zijn kleding (wit), of het ontbreken daarvan en de paal (kruis). Twee elementen (en vragen) vormden de aanleiding voor deze serie: de kleding van Jezus en de rol hiervan in het verhaal: zoals de ontkleding en daarna het dobbelen om de kleding, het onderkleed en de graflegging in een doek (die bij het lege graf achterblijft); en de v raag hoe zag Jezus eruit – wat was zijn uitdrukking toen de spijkers door zijn lichaam gingen en toen hij stierf aan het kruis. Is dit lijden wel uit te drukken? De enige keer dat zijn ogen wijd open zijn gesperd bij de scene waar hij aan het kruis wordt gespijkerd. Alle andere scenes met geloken of dichte ogen van Jezus verwijzen naar de afstand ook die wij als toeschouwer ondervinden omdat we ons nauwelijks een voorstelling kunnen maken van de gevoelens van Jezus op die momenten. Wat ik met deze serie beoog is niet een letterlijke zo getrouw mogelijke weergave van de gebeurtenissen maar een benadering vanuit het gevoel om te proberen iets van de wanhoop van Jezus en zijn pijn over te brengen op de toeschouwer – als deze zich daardoor wil laten raken. Dat laatste is essentieel.


2015 Vier scenes: Dood aan het kruis, kruisafname, Pieta en Graflegging – Pigment, inkt op hout – 90x125x1 cm. Vier meer abstracte weergaves van sleutelscenes uit het lijdensverhaal: het sterven aan het kruis, de afname van het kruis, het ‘lijk’ van Jezus, de piëta, de moeder die haar zoon vasthoudt die op een gruwelijke wijze is gestorven en de graflegging – het lichaam klaar voor het graf. De kleuren zijn donker en de figuren slechts in contouren weergegeven, als uitnodiging aan de toeschouwer om stil te staan (als vorm van gelovige meditatie) bij dit gebeuren.


2017 Faces of Christ – sumi-e, pigment, inkt op papier – 30×40 cm: 1. zalving met olie 2 avondmaal met de leerlingen 3 in de tuin Getsémane en de diepe eenzaamheid 4 verraad door een van zijn volgelingen en leerling 5 gemarteld door de soldaten 6 ontkleed op Golgotha 7 gekruisigd aan het kruis 8 kruisafname na zijn dood 9 graflegging van het lichaam.

Hoe zag Jezus eruit bij deze sleutelmomenten in de laatste dagen van zijn leven? Op een Japanse wijze met sumi-e weergegeven waarbij het waterige en de grove streken (die uitlopen) hun werk doen zonder dat je daar echt invloed op hebt. Net zo min als je invloed hebt op de dingen die je in je leven overkomen. De streken met inkt (7e afbeelding) zijn duidelijk onderscheiden (omdat inkt een andere zuurgraad heeft dan sumi-e (die basisch is). Sumi-e wordt van planten gemaakt en zo hard geperst dat er staafjes mee kunnen worden gemaakt die door wrijving op een wrijfsteen (met water gevuld) kleurstof loslaten. Hoe langer gewreven hoe zwarter het water om mee te schilderen. Na opdroging is elke gezette streek zichtbaar.


2017 passie in tien scenes – Pigment, inkt op papier – 50×70 cm
1 gezalfd met olie (als de Messias); 2 brood delend bij het avondmaal – Judas krijgt zijn deel; 3 de eenzaamheid van het Lam Gods in de tuin; 4 de kus van de vriend Judas; 5 de arrestatie door de knechten van de hogepriester (over religieuze macht gesproken); 6 het verraad door een vriend die wanhoopt na zijn loochening van Jezus; 7 Pilatus wast zijn handen in onschuld, ecce homo, het volk kijkt toe en deelt in het leedvermaak; 8 bespot door de soldaten als koning op de muur; 9 ontkleed om aan het kruis geslagen te worden; 10 uiteindelijk de dood aan het kruis. De teksten die ter inspiratie dienden zijn hier vermeld. In de verbeelding gaat het niet om een mooie weergave maar om de poging iets van de eenzaamheid en de verlatenheid van Jezus te laten zien – zoals in de eenzaamheid als ‘Lam Gods’ in de tuin – in de gebogen houding van het dier dat weldra geslacht gaat worden.

  1. Zalving met olie Matheus 26, 6-13
    6 Als nu Jezus te Bethanië was, ten huize van Simon, den
    melaatse, 7 Kwam tot Hem een vrouw, hebbende een albasten fles
    met zeer kostelijke zalf, en goot ze uit op Zijn hoofd, daar Hij aan tafel
    zat. 8 En Zijn discipelen, dat ziende, namen het zeer kwalijk,
    zeggende: Waartoe dit verlies? 9 Want deze zalf had kunnen duur
    verkocht, en de penningen den armengegeven worden. 10 Maar
    Jezus, zulks verstaande, zeide tot hen: Waarom doet gij deze vrouw
    moeite aan? want zij heeft een goed werk aan Mij gewrocht. 11 Want
    de armen hebt gij altijd met u, maar Mij hebt gij niet altijd. 12 Want als
    zij deze zalf op Mijn lichaam gegoten heeft, zo heeft zij het gedaan tot
    een voorbereiding van Mijn begrafenis. 13 Voorwaar zeg Ik u: Alwaar
    dit Evangelie gepredikt zal worden in de gehele wereld, daar zal ook
    tot haar gedachtenis gesproken worden van hetgeen zij gedaan heeft.
  2. Brood geven aan Judas Matheus 26,20-25
    20 En als het avond geworden was, zat Hij aan met de
    twaalven. 21 En toen zij aten, zeide Hij: Voorwaar, Ik zeg u, dat een
    van u, Mij zal verraden. 22 En zij, zeer bedroefd gewordenzijnde,
    begon een iegelijk van hen tot Hem te zeggen: Ben ik het, Heere? 23
    En Hij, antwoordende, zeide: Die de hand met Mij in den schotel
    indoopt, die zal Mij verraden. 24 De Zoon des mensen gaat wel heen,
    gelijk van Hem geschreven is; maar wee dien mens, door welken de
    Zoon des mensen verraden wordt; het ware hem goed, zo die mens
    niet geboren was geweest. 25 En Judas, die Hem verried,
    antwoordde en zeide: Ben ik het, Rabbi? Hij zeide tot hem: Gij hebt
    het gezegd.
  3. In de tuin Markus 14, 32-42
    32 Ze kwamen bij een plek die Getsemane heette, en hij zei
    tegen zijn leerlingen: ‘Blijven jullie hier zitten, terwijl ik ga
    bidden.’33 Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee. Hij
    voelde zich onrustig en angstig worden 34 en zei tegen hen: ‘Ik voel
    me dodelijk bedroefd; blijf hier waken.’ 35 Hij liep nog een stukje
    verder, liet zich toen op de grond vallen en bad dat dit uur zo mogelijk
    aan hem voorbij mocht gaan. 36 Hij zei: ‘Abba, Vader, voor u is alles
    mogelijk, neem deze beker van mij weg. Maar laat niet gebeuren wat
    ik wil, maar wat u wilt.’ 37 Hij liep terug en zag dat zijn leerlingen
    lagen te slapen. Hij zei tegen Petrus: ‘Simon, slaap je? Kon je niet
    één uur waken? 38 Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving
    komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak.’ 39 Weer
    ging hij weg om te bidden, met dezelfde
    woorden als daarvoor. 40 Toen hij weer terugkwam, lagen ze
    opnieuw te slapen, want hun ogen vielen steeds dicht, en zewisten
    niet wat ze hem moesten antwoorden. 41 Toen hij voor de derde maal
    terugkwam, zei hij tegen hen: ‘Liggen jullie daar nog steeds te slapen
    en te rusten? Het is zover: het ogenblik is gekomen waarop de
    Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de zondaars. 42 Sta op, laten we
    gaan; kijk, hij die me uitlevert, is al vlakbij.’
  4. Kus van Judas Markus 14,43-45
    43 Nog voor hij uitgesproken was, kwam Judas eraan, een van de
    twaalf, in gezelschap van een met zwaarden en knuppelsbewapende
    bende, die door de hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten was
    gestuurd. 44 Met hen had zijn verrader een teken afgesproken. Hij
    had gezegd: ‘Degene die ik kus, die is het. Neem hemgevangen en
    voer hem weg onder strenge bewaking.’45 Toen hij eraan kwam, liep
    hij recht op Jezus af, zei: ‘Rabbi!’ en kuste hem.
  5. Arrestatie in de hof van Olijven Markus 14,46-50
    46 Ze grepen hem vast en namen hem gevangen.47 Een van
    de omstanders trok een zwaard, ging de dienaar van
    de hogepriester te lijf en sloeg hem een oor af. 48 Jezus zei
    tegen hen: ‘U bent er met zwaarden en knuppels op uit
    getrokken om mij te arresteren, alsof ik een misdadiger
    ben! 49 Dagelijks was ik bij jullie in de tempel om onderricht te
    geven, en toen hebben jullie me niet gevangengenomen;
    maar dit gebeurt omdat de Schriften in vervulling moeten
    gaan.’ 50 Toen lieten allen hem in de steek en vluchtten weg.
  6. Verraad van Petrus Markus 14, 66-72
    66 Terwijl Petrus beneden op de binnenplaats was, kwam een
    van de dienstmeisjes van de hogepriester voorbij. 67 Toen
    ze Petrus bij het vuur zag zitten, keek ze hem aan en zei: ‘Jij
    was ook bij die Jezus van Nazaret!’ 68 Maar hij ontkende dat en zei: ‘Ik
    weet niet waar je het over hebt, ik begrijp echt niet wat je bedoelt.’ Hij ging
    naar buiten, naar het voorportaal, en er kraaide een haan. 69 Toen het
    meisje hem daar weer zag, zei ze opnieuw, nu tegen de omstanders: ‘Hij is
    een van hen!’ 70 Maar hij ontkende het weer. En algauw zeiden ook de
    omstanders tegen Petrus: ‘Je bent wel degelijk een van hen, jij komt
    immers ook uit Galilea.’ 71 Maar hij begon te vloeken en zwoer: ‘Ik ken die
    man over wie jullie het hebben niet!’ 72 En meteen kraaide de haan voor de
    tweede keer. En Petrus herinnerde zich dat Jezus tegen hem gezegd had:
    ‘Voordat een haan tweemaal heeft gekraaid, zul je mij driemaal
    verloochenen.’ En toen hem dat te binnen schoot, begon hij te huilen.
  7. Pilatus wast zijn handen Matheus 27, 22-26
    22 Pilatus zeide tot hen: Wat zal ik dan doen met Jezus, Die
    genaamd wordt Christus? Zij zeiden allen tot hem: Laat Hem
    gekruisigd worden. 23 Doch de stadhouder zeide: Wat heeft Hij
    dan kwaads gedaan? En zij riepen te meer, zeggende: Laat
    Hem gekruisigd worden! 24 Als nu Pilatus zag, dat hij niet
    vorderde, maar veel meer dat er oproer werd, nam hij water en
    wies de handen voor de schare, zeggende: Ik ben onschuldig
    aan het bloed dezes Rechtvaardigen; gijlieden moogt toezien.
    25 En al het volk, antwoordende, zeide: Zijn bloed kome overons, en over
    onze kinderen. 26 Toen liet hij hun Bar-abbas los,
    maar Jezus gegeseld hebbende, gaf hij Hem over om
    gekruisigd te worden.
  8. Koning van de Joden Markus 15, 16-20
    16 De soldaten leidden hem weg, het paleis (dat wil zeggen
    het pretorium) in, en riepen de hele cohort bijeen. 17 Ze
    trokken hem een purperen gewaad aan, vlochten
    een kroon van doorntakken en zetten hem die op. 18 Daarna
    brachten ze hem hulde met de woorden: Gegroet, koning van
    de Joden!’ 19 Ze sloegen hem met een rietstok tegen hethoofd en
    bespuwden hem, en bogen onderdanig voor
    hem. 20 Nadat ze hem zo hadden bespot, trokken ze hem het
    purperen gewaad uit en deden hem zijn kleren weer aan.
  9. Jezus wordt ontkleed
  10. Jezus gekruisigd Markus 15, 20-39
    Toen brachten ze hem naar buiten om hem te kruisigen.21 Ze
    dwongen een voorbijganger die net de stad binnenkwam,
    Simon van Cyrene, de vader van Alexander en Rufus, om
    het kruis te dragen. 22 Ze brachten hem naar Golgota, wat in
    onze taal ‘schedelplaats’ betekent. 23 Ze wilden hemmet mirre vermengde
    wijn geven, maar hij nam die niet
    aan. 24 Ze kruisigden hem en verdeelden zijn kleren onder
    elkaar; ze dobbelden erom wie wat zou krijgen. 25 Het was in
    het derde uur na zonsopgang toen ze hem kruisigden. 26 Het
    opschrift met de aanklacht tegen hem luidde: ‘De koning van
    de Joden’. 27 Samen met hem kruisigden ze twee misdadigers,
    de een rechts van hem, de ander links. 29 De voorbijgangers
    keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met hem: ‘Ach,
    kijk nu toch eens! Jij die de tempel afbreekt en in drie dagen
    weer opbouwt, 30 red jezelf toch door van het kruis af te
    komen.’ 31 Ook de hogepriesters en de schrift-
    geleerden maakten onder elkaar zulke spottende opmerkingen:
    ‘Anderen heeft hij gered, maar zichzelf redden kan hij
    niet; 32 laat die messias, die koning van Israël, nu van
    het kruis afkomen. Als we dat zien, zullen we geloven!’ Ook de
    twee andere gekruisigden beschimpten hem.
    33 Op het middaguur viel er een duisternis over het hele land,
    die drie uur aanhield. 34 Aan het einde daarvan, in het negende
    uur, riep Jezus met luide stem: ‘Eloï, Eloï, lema sabachtani?’,
    wat in onze taal betekent: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u
    mij verlaten?’ 35 Toen de omstanders dat hoorden, zeiden
    enkelen van hen: ‘Hoor, hij roept Elia!’ 36 Iemand ging snel een
    spons halen, doordrenkte die met zure wijn, stak de spons op
    een stok en probeerde hem te laten drinken, terwijl hij zei:
    ‘Laten we eens kijken of Elia komt om hem eraf te
    halen.’ 37 Maar Jezus slaakte een luide kreet en blies de laatste
    adem uit. 38 En het voorhangsel van de tempel scheurde van
    boven tot onder in tweeën. 39 Toen de centurio, die recht
    tegenover hem stond, hem zo zijn laatste adem zag uitblazen,
    zei hij: ‘Werkelijk, deze mens was Gods Zoon.’

2019 Rex Judaicum – Pigment, sumi-e, inkt op papier – 50×70 cm en 70×100 cm


Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *